Een RI&E? Wat is dat ook al weer?

Een ondernemer loopt risico’s; dat weet u als geen ander. Het product waarin u investeert moet aanslaan, uw klanten moeten betalen, er moet niet ingebroken worden in uw bedrijf. Allemaal risico’s. Dat hoort nu eenmaal bij het ondernemerschap. Zolang alles goed gaat, verdient u er met uw personeel een aardige boterham mee.

 

Kent u alle risico’s? Ook voor uw personeel en uw materieel?

Maar wat als er plotseling een ongeval met een machine gebeurt? Een medewerker gevaarlijke stoffen binnenkrijgt? Of als iemand uitvalt omdat hij of zij te zwaar werk heeft, of  te veel? Dan staat de productie stil, of moet u het met een persoon minder doen. Daar komen nog de kosten van verzuim en mogelijke reparaties bij. Bovendien brengt het uw goede naam in gevaar. Kortom, behoorlijke risico’s!

Met een RI&E  zet u deze risico’s op een rij. Zo kunt u ze gericht aanpakken!

U heeft vast wel eens gehoord van een Risico- Inventarisatie en -Evaluatie, ofwel RI&E. Een RI&E is eigenlijk twee dingen: een LIJST met alle (veiligheids- en gezondheids) risico’s in uw bedrijf, en een PLAN voor het oplossen ervan. Met die twee kunt u de risico’s voor uw personeel en uw bedrijf terugdringen. Dus ook het financiële risico.

 

De RI&E is niet ingewikkeld. Wel verplicht voor iedere ondernemer met personeel!

Ingewikkeld? Dat valt mee. U moet er gewoon even voor gaan zitten. Belangrijk is een RI&E wel. Zo belangrijk dat de overheid de RI&E  via de Arbowet verplicht heeft gemaakt voor alle ondernemers met personeel:

Inspectie SZW controleert hier dan ook op.

 

De RI&E is dé basis van uw arbobeleid

De RI&E vormt als het ware het fundament van uw arbobeleid. Pas als u weet waar de risico’s liggen in uw bedrijf en wat het mogelijke effect van deze risico’s is, kunt u de juiste maatregelen nemen. Met behulp van de RI&E krijgt u voor uzelf scherp waar u mee aan de slag moet en op welke manier. Het plan van aanpak vertelt u welke stap de volgende is.

 

Alles wat u moet weten over de RI&E!

Het opstellen van een RI&E kunt u met uw bedrijf gemakkelijk zelf doen. Daarom heeft het Steunpunt RI&E -instrumenten speciaal voor ondernemers in het MKB een handleiding opgesteld voor het zélf uitvoeren van een RI&E De brochure ‘Aan de slag met de RI&E’  is nu gratis te downloaden via www.rie.nl

In deze brochure vindt u alle informatie die u kan helpen om een RI&E te maken. Door deze boekje als leidraad te gebruiken en de stappen uit te voeren, zorgt u dat u uw zaak op orde heeft. Niet alleen omdat de overheid dit wil, maar natuurlijk vooral omdat u als werkgever niet wilt dat uw personeel iets overkomt.

Wie slim is, voert zijn RI&E dus gemakkelijk (en goedkoop!) zelf uit.

 

Veel ondernemers niet voorbereid op wanbetaling

Veel ondernemers niet voorbereid op wanbetaling

dinsdag 22 mei 2012 07:28
AMSTERDAM/ABCOUDE – Nederlandse ondernemers leveren massaal op krediet. De meeste van hen krijgen vervolgens rekeningen niet betaald. Bij sommige ondernemers kost dat zelfs een kwart van de omzet of meer.

Toch dekt bijna de helft van de ondernemers zich niet tegen wanbetaling in.

– Meeste bedrijven leveren op krediet

-Wanbetaling vaak voorkomende schadepost

– Veel ondernemers onvoorbereid

 

Dat blijkt uit onderzoek van Nederlands grootste kredietverzekeraar Atradius en ondernemersportal BusinessCompleet.nl onder 1272 ondernemers.

Meeste bedrijven leveren op krediet

Nederlandse ondernemers leveren massaal op krediet. 31 procent van de bedrijven levert altijd op krediet en nog eens 26 procent doet dat soms. Een kleine 40 procent levert nooit op krediet.

Leveren op krediet regel bij b2b

Leveren op krediet is vooral regel bij bedrijven die zaken doen met andere bedrijven. Bijna de helft van de b2b-bedrijven levert altijd op krediet en minder dan eenderde doet dat nooit. Bedrijven met personeel leveren vaker op krediet dan zzp’ers. Onder bedrijven met 16 tot 50 man personeel levert slechts 28 procent nooit op krediet. Bij zzp’ers is dat de helft.

Bert Bruning, Directeur Atradius Nederland legt uit: “Nederlandse ondernemers handelen vooral op basis van wederzijds vertrouwen. Dat is een groot goed in zakendoen. De huidige economische omstandigheden vragen echter steeds meer om zekerheid dat geleverde goederen en diensten ook betaald worden. Ondernemers zouden er dan ook goed aan doen zich beter te wapenen tegen het risico van wanbetaling.”

Wanbetaling vaak voorkomende schadepost

Een ruime meerderheid van de ondernemers (59 procent) heeft ooit te maken gehad met wanbetaling. Bij het leeuwendeel van hen en bij 52,5 procent van alle ondernemers gebeurde dat ook in het afgelopen jaar. Bijna eenderde van de ondernemers had in het afgelopen jaar 1 of 2 wanbetalers, bij een kleine 12 procent waren het er 3 tot 5. Een kleine 4 procent van alle ondernemers werd het afgelopen jaar met meer dan 10 wanbetalers geconfronteerd.

Schade door wanbetaling kan flink oplopen

De kosten en afschrijvingen als gevolg van wanbetaling lopen flink uiteen. Ruim tweederde van de ondernemers die met wanbetaling werden geconfronteerd, verloor minder dan 5 procent van de omzet. Nog eens een kleine 9 procent had tussen de 5 en 10 procent schade, bij ruim 2 procent was het tussen de 10 en 25 procent en ruim 1 procent verloor zelfs een kwart van de omzet of meer. Bijna 20 procent wist niet hoeveel schade zij hadden door wanbetaling.

Veel ondernemers onvoorbereid

Ondanks de risico’s is bijna de helft van de ondernemers niet op wanbetaling voorbereid. Maar liefst 43,2 procent zegt zich niet tegen wanbetaling in te dekken. 26,5 procent laat klanten vooruit of onder rembours betalen en 23,7 procent stuurt achteraf een incassobureau of deurwaarder. 11,2 Procent vraagt kredietinformatie op over potentiële klanten, 3,2 procent heeft een kredietverzekering en 2,2 procent maakt gebruik van factoring.

Pensioenleeftijd in 2023 naar 67 jaar. Vanaf volgend jaar pensioenleeftijd ieder jaar stijgend met 1 maand.

‘Pensioenleeftijd in 2023 naar 67 jaar’

DEN HAAG – De AOW-leeftijd gaat volgend jaar met een maand omhoog. Ook in 2014 en 2015 stijgt hij met een maand.

Daarna volgen drie jaarlijkse stappen van twee maanden, om in 2019 te stijgen naar 66 jaar. Dat staat in de definitieve versie van het Lente-akkoord dat VVD, CDA. D66 , GroenLinks en de ChistenUnie zijn overeengekomen.

Vervolgens stijgt de pensioenleeftijd in 2023 naar 67 jaar. Dat laatste is een jaar eerder dan de vijf partijen eerder van plan waren, zo bevestigde woensdag een ingewijde.

De afspraken, waarover de vijf partijen het in de nacht van dinsdag op woensdag definitief eens werden, betekent een streep door het pensioenakkoord dat het kabinet eerder met de vakbonden en werkgevers sloot.

Na de officiële presentatie van het Lente-akkoord, die naar verwachting eind volgende week plaats heeft, zal minister Henk Kamp (Sociale Zaken) de sociale partners informeren over de ontstane situatie. Volgens het oorspronkelijke pensioenakkoord zou de AOW-leeftijd in 2020 in één keer van 65 naar 66 jaar gaan. In 2025 zou dat 67 jaar worden.

 

 

Wij zijn uiteraard erg benieuwd naar uw reactie op dit definitieve besluit. Hoe denkt  u nu over eerder stoppen met werken? Uw pensioeninkomen ? De gevolgen voor uw huidige inkomensvoorzieningen?

 

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering ?

 

De Risico’s

Vergissingen, gebrekkige diensten en/of producten, onjuiste advisering, zomaar een aantal zaken waarvoor u als ondernemer/professional aansprakelijk gesteld kan worden. Zelfs als er niets écht is misgegaan kunt u of uw onderneming aansprakelijk worden gesteld door een ontevreden klant omdat deze vindt dat u bijvoorbeeld iets (kritisch) over het hoofd heeft gezien, zaken onjuist heeft weergegeven, zaken niet goed gedocumenteerd heeft, dingen verkeerd begrepen heeft, iets vergeten bent.

In het kort: uw dienst/product voldoet niet aan de verwachtingen van de klant. U moet zich dan verdedigen waarbij de kosten aardig kunnen oplopen.

Bijvoorbeeld een accountant die op het matje wordt geroepen omdat hij een jaarrekening ten onrecht heeft goedgekeurd, een belastingspecialist die een boze klant aan de lijn krijgt omdat hij in diens belastingaangifte per ongeluk een verkeerd getal heeft ingevuld, een IT-specialist die door een klant wordt terechtgewezen vanwege een programmeerfout. Zelfs de beste ondernemer kan weleens een fout maken. Zo’n fout kan grote gevolgen hebben, want de schade door een vergissing, nalatigheid of onoplettendheid kan groot zijn.

 

Toegenomen aansprakelijkheidsrisico’s

De volgende factoren zorgen er tevens voor dat de risico’s de afgelopen jaren zijn toegenomen en de komende jaren verder zullen toenemen:

  • Door maatschappelijke en  economische ontwikkelingen is men zich steeds meer bewust van claims rond verzekeringen en is de ‘claims’ cultuur die men in Amerika en Engeland kent steeds meer naar Nederland aan het bewegen.
  • Nieuwe technieken, complexe opdrachten met tussentijdse wijzigingen als gevolg van “voortschrijdend inzicht” bij de klant, hebben de kans op fouten/vergissingen/vertragingen  vergroot.
  • Klanten bepalen steeds vaker de contractuele voorwaarden bij het aangaan van een overeenkomst.
  • Leveranciers worden in toenemende mate geconfronteerd met hoge of zelfs onbeperkte  aansprakelijkheidslimieten voor zowel directe als indirecte schade.
  • Door toenemende concurrentie zijn ondernemingen meer geneigd om hun diensten uit te breiden en hun prestaties te verbeteren, waardoor het risico op een eventuele fout/misstap/vergissing hoger wordt.

Bovengenoemde trend zien wij ook terug in onze eigen praktijk, het aantal schademeldingen is de afgelopen jaren sterk toegenomen.

 

Uw belang bij een beroepsaansprakelijkheidsverzekering

1- Risicobeheersing

Met een beroepsaansprakelijkheidsoplossingen wentelt u het gedekte aansprakelijkheidsrisico en ook de vaak hoge bijkomende kosten (verdedigingskosten, kosten van onderzoek en mediation) af op een verzekeraar. De impact van een dergelijke aanspraak op de continuatie van uw onderneming en de voortgang van de bedrijfsvoering in uw onderneming zal hierdoor geminimaliseerd worden.

2- Juridisch

De rechter zal het contract dat u met uw opdrachtgever heeft gesloten en waarin u als leverancier uw verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid wellicht beperkt of uitsluit, niet altijd respecteren. Een beroepsaansprakelijkheidsoplossing geeft ook bescherming als deze clausules door de rechter terzijde worden geschoven.

3- Commercieel

Dikwijls schrijven opdrachtgevers aan leveranciers voor, dat zij zich dienen te verzekeren tegen het risico van beroepsaansprakelijkheid. Zonder deze verzekering loopt u als leverancier kans dat opdrachten u niet worden gegund.

4- Voldoen aan wet- en regelgeving

Er zijn overkoepelende beroepsorganisaties die een beroepsaansprakelijkheidsverzekering verplichten voor haar leden. Verder is er wetgeving vanuit de Europese Unie op komst waarin als uitgangspunt is opgenomen dat ondernemingen die diensten in Europese Unie-staten aanbieden, in beginsel een beroepsaansprakelijkheidsverzekering of andere vorm van financiële garantie dienen te hebben.

5- Zuivere Vermogensschade, waar gedekt

De meeste bedrijven hebben wel een Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AVB), maar deze dekt uitsluitend schade aan zaken van derden of letsel van personen. Een AVB dekt echter geen zuivere vermogensschadeEr is zuivere vermogensschade  wanneer er geen sprake is van directe schade aan zaken van derden of letsel van personen. Uw opdrachtgever/klant of een derde lijdt dan een financieel nadeel, welke kan bestaan uit:

  • directe schade, zoals bijvoorbeeld kosten in verband met vertraging, extra kosten die opdrachtgever heeft gemaakt of  nog moet maken om de prestatie van de leverancier aan de overeenkomst te      laten beantwoorden, kosten ter voorkoming of beperking van de schade.
  • indirecte schade, zoals verlies van omzet, gederfde winst en gemiste besparingen.

Het is aan te raden om de bedrijfsaansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid bij dezelfde verzekeraar af te sluiten om zo eventuele onnodige overlappingen of gemis in de dekking te voorkomen.

Waarop moet je letten als je op zoek gaat naar zo’n beroepsaansprakelijkheidsverzekering?

1- Kosten en Eigen Risico

Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering is niet goedkoop. De premiehoogte hangt onder andere af van je beroep, de grootte van je bedrijf, het type klanten en de omvang van de opdrachten. Je moet al snel rekenen op 500 tot 1.000 euro per jaar, voor een verzekerd bedrag van ongeveer een half miljoen euro. Hierbij geldt bovendien een eigen risico van veelal 1.000 tot 2.500 euro.

Er kunnen tussen verzekeraars grote verschillen bestaan in de hoogte van de premie en het eigen risico. Maar dit is niet het enige punt waarop je moet letten. Kijk goed wat je hiervoor terug krijgt. Hoe hoog is bijvoorbeeld de dekking per schadegeval en per jaar? Is schade aan goederen en personen meeverzekerd (dit komt zelden voor) of uitgesloten? In het laatste geval kun je je daar wel apart voor bijverzekeren. Als je een beroep hebt waarbij je een groot risico loopt om materiële schade of letselschade te veroorzaken – zoals medische beroepen – is dat geen overbodige luxe.

2- Inlooprisico/Uitlooprisico

Verzekeraars hanteren doorgaans het zogeheten ‘claims made’-principe. Dit betekent dat je alleen dekking krijgt voor zaken die tijdens de geldigheidsduur van de verzekeringsovereenkomst hebben plaatsgevonden én zijn gemeld. Word je aansprakelijk gesteld voor een fout die je hebt gemaakt vóór je de polis afsloot, dan vis je achter het net. Dit heet inlooprisico. Het kan ook voorkomen dat een fout pas aan het licht komt nadat je de polis hebt beëindigd, bijvoorbeeld omdat je je bedrijf hebt stopgezet en weer in loondienst bent gaan werken. Ook dan heb je pech; zelfs als je de fout had gemaakt tijdens de periode waarin je verzekerd was. Dit heet uitlooprisico. Je kunt beide risico’s vaak bijverzekeren. Hieraan hangt uiteraard wel een prijskaartje.
Een beroepsaansprakelijkheidsverzekering is maatwerk. Het is dan ook van groot belang dat de verzekeraar goed thuis is in jouw branche, zodat de dekking optimaal aansluit bij jouw werkzaamheden en de verzekeraar jou gericht kan adviseren hoe je eventuele aansprakelijkheidsclaims kunt voorkomen.

3- Algemene voorwaarden

Dit laatste is van groot belang. Met de juiste maatregelen kun je niet alleen veel ellende voorkomen, maar ook de gekozen dekking inperken en dus kosten besparen. Stel bijvoorbeeld goede algemene voorwaarden op: regels die je hanteert bij leveringen, verkoop of inkoop. Je kunt hiermee risico’s afdekken die je als bedrijf niet wil lopen en de aansprakelijkheid begrenzen. Aan algemene voorwaarden worden wel wettelijke eisen gesteld. Je kunt niet zomaar elke aansprakelijkheid afwijzen: de bepalingen moeten wel redelijk zijn. Ook moet je de algemene voorwaarden vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst aan de klant verstrekken. Op de website van de Kamer van Koophandel kun je meer lezen over alle regels omtrent algemene voorwaarden. Je vindt daar ook modelvoorwaarden. Probeer de tekst wel zo goed mogelijk af te stemmen op je werkzaamheden.  Het opstellen van algemene voorwaarden is overigens niet wettelijk verplicht, maar het is wel verstandig om te doen en sommige verzekeraars stellen deze bovendien als voorwaarde. Je kunt je algemene voorwaarden eventueel deponeren bij de Kamer van Koophandel, zodat ze openbaar toegankelijk zijn en voor iedereen duidelijk zijn. Dit kost 18 euro per jaar. Je kunt ze ook bij de arrondissementsrechtbank deponeren. Hiervoor ben je eenmalig 97 euro kwijt.
 

4- Alles op papier

Wil je onterechte aansprakelijkheidsclaims voorkomen, stel dan ook waar mogelijk een opdrachtbevestiging op, waarin staat wat jij en je klant van elkaar kunnen verwachten. Wat ga je precies leveren en wanneer is je deadline? Welke vergoeding krijg je? Hoeveel werkuren zijn hiervoor begroot? Wat ontvang je als je extra werk moet verrichten of als de werkzaamheden meer tijd kosten dan afgesproken? Neem ook ontbindende voorwaarden op voor het geval de opdrachtgever zich niet aan de afspraken houdt. In principe is een telefonisch verstrekte opdracht ook rechtsgeldig, maar om misverstanden te voorkomen is het slim alles even op papier te zetten. Je staat dan ook sterker bij onenigheid.
Verder is het belangrijk dat je niet klakkeloos instemt met de inkoopvoorwaarden van je klant. Scan de tekst op onredelijke bepalingen en onderhandel hier waar nodig over.
Met deze maatregelen kun je niet voorkomen dat je ooit een fout maakt in je werk. Maar de kans op juridisch getouwtrek over aansprakelijkheid wordt wel een stuk kleiner.

 

Maatwerkverzekering of standaardverzekering?

Het regelen en verzekeren van beroepsaansprakelijkheid is vaak maatwerk.

Toch zijn er steeds meer verzekeraars die ook standaardverzekeringen aanbieden voor specifieke beroepsgroepen. Zo is is er de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor adviesbureaus van HDI-Gerling. Zie ook  www.hdi-gerling.nl Deze verzekering is afgestemd op de specifieke aansprakelijkheidsrisico’s van vrijwel alle typen consultants. Bijvoorbeeld in de gebieden:  aanbestedingen, arbeidsomstandigheden, communicatie, financiën, HRM & P&O, juridisch, marketing, organisatie , werving & selectie etc . Deze verzekering biedt dekking voor beroepsaansprakelijkheid (BA) en optioneel voor bedrijfsaansprakelijkheid (AVB). De verzekering is geschikt voor adviesbureaus met een omzet tot EUR 1.000.000,-

Voor beroepsaansprakelijkheid kan er worden gekozen uit twee verzekerde bedragen, namelijk € 500.000-, en € 1.250.000-, per aanspraak en per contractsjaar. Het eigen risico bedraagt € 500-, per aanspraak. De premie is afhankelijk van de omzet en het verzekerd bedrag. In onderstaande tabel geven wij een indicatie.

*per jaar exclusief kosten en assurantiebelasting

Omzet Verzekerd bedrag Premie*
Tot  € 200.000 €       500.000 €      480
€    1.250.000 €      675
€  500.000- € 650.000 €       500.000 €   1.225
€    1.250.000 €   1.715

 

Voor bedrijfsaansprakelijkheid kan er ook worden gekozen uit twee verzekerde bedragen: € 1.250.000-, en € 2.500.000-, In onderstaande tabel geven wij een indicatie:

*per jaar exclusief kosten en assurantiebelasting

Loonsom Verzekerd Bedrag Premie*
€ 150.000- € 200.000 €  1.250.000 €  190
€ 2.500.000 €  235
€ 500.000- € 550.000 € 1.250.000 €  575
€ 2.500.000 €  720

 

 

Wilt u de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor adviesbureaus aanvragen? Vul dan bijgaand vragenformulier in avfbaadviesbureaus   en stuur deze per mail ( info@hakzeverzekeringen.nl)   ingevuld retour aan Hakze Verzekeringen.

 

 

 

 

Inhuren ZZP’ er niet meer zonder risico opdrachtgever.

Zorgplicht uitgebreid naar zzp’ers

28 maart 2012 – Werken er binnen uw organisatie zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), let er dan op dat ook zij hun werk veilig kunnen uitvoeren. Mocht er iets misgaan, dan kunt u namelijk alsnog aansprakelijk gesteld worden voor de schade,ook al geldt de zorgplicht in feite alleen voor werknemers in loondienst. Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelde onlangs dat een organisatie verantwoordelijk was voor de invaliditeit van een zzp’er die was ingehuurd voor een reparatieklus. In 2005 werd na een bedrijfsongeval het rechterbeen van de man boven de knie geamputeerd. De man had geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en stelde de organisatie aansprakelijk. Het bedrijf wees de claim echter af omdat de zzp’er geen werknemer in loondienst was. Verschillende rechtbanken gaven de organisatie gelijk en wezen de claim ook af. Na zeven jaar procederen stelde de Hoge Raad echter de zzp’er in het gelijk. De organisatie moet nu aantonen dat er is voldaan aan de zorgplicht.

Zorgplicht niet langer beperkt

Deze uitspraak betekent dat uw zorgplicht niet langer beperkt is tot de werknemers die in loondienst zijn bij uw organisatie. Ook zult u moeten kunnen aantonen dat u aan de zorgplicht voldaan heeft. Geef de zzp’ers dus dezelfde instructies en beschermingsmiddelen als u aan uw werknemers geeft. Hoge Raad, 23 februari 2012, LJN: BV0616

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veilige werkomstandigen gelden ook voor ingehuurde ZZP ‘ers en uitzendkrachten

Aansprakelijkheid

Verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers

Werkgevers zijn primair verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in de onderneming. Als een werknemer een ongeval krijgt, kan dat onder aansprakelijkheid van de werkgever vallen. Dit geldt ook als er gewerkt wordt met uitzendkrachten.

Verantwoordelijkheden werkgevers

Als een bedrijf zijn verplichtingen ter bescherming van zijn werknemers niet nakomt, dan kan de Inspectie SZW een boete opleggen of zelfs een proces-verbaal opmaken (lees ook: Inspectie SZW). In de Arbowet staat precies aangegeven voor welke feiten de Inspectie SZW een boete kan opleggen, bijvoorbeeld voor het:

  • niet of onvolledig voorhanden hebben van eenrisico-inventarisatie en-evaluatie (inclusief Plan van Aanpak)
  • niet of onvoldoende geven van voorlichting en onderricht
  • niet melden van een arbeidsongeval
  • niet organiseren van de preventietaken (preventiemedewerkers)
  • niet mogelijk maken van een periodiek arbeidsgezondheidskundige onderzoek

Ook in een groot aantal artikelen uit het Arbobesluit staan de feiten genoemd waarvoor de Inspectie SZW kan beboeten. Bijvoorbeeld voor het niet nemen van maatregelen om schadelijk lawaai te voorkomen of te beperken.

Proces-verbaal

Wanneer er sprake is van een situatie waarbij er levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van de werknemers ontstaat of te verwachten is, kan de Inspectie SZW een proces-verbaal opmaken. Dit proces-verbaal wordt door de Inspectie SZW toegezonden aan het Openbaar Ministerie. De officier van justitie bepaalt vervolgens of het bedrijf strafrechtelijk vervolgd wordt voor dat strafbare feit.

Als het bedrijf vervolgd wordt door de officier van justitie, zal de werkgever zich moeten verantwoorden voor de strafrechter met betrekking tot het strafbare feit. Bij ernstige ongevallen kan de inspectie SZW een proces-verbaal opmaken. Voor werkgevers is het dus zaak de voorschriften uit de Arbowetgeving serieus te nemen en na te leven. Doet een werkgever dat niet dan riskeert hij een boete of proces-verbaal.

Ook uitzendkrachten en stagiairs

Het uitgangspunt van de Arbowet is dat ieder bedrijf verantwoordelijk is voor de naleving van de regels voor de eigen medewerkers. Dit geldt ook voor uitzendkrachten en stagiairs die in het bedrijf werkzaam zijn. Zij doen namelijk nagenoeg hetzelfde werk als de eigen werknemers.

Aansprakelijkheid derden

Ook als niet-eigen werknemers in het bedrijf werken, moet de werkgever voorlichting geven over de arbeidsomstandigheden. Wanneer het bedrijf mensen inhuurt voor bijvoorbeeld de reparatie van de cv-installatie, is de werkgever van de desbetreffende cv-monteur in dat geval verantwoordelijk voor diens arbeidsomstandigheden.

Goede gastheer

De Arbowet kent een algemene bepaling (artikel 10) die bepaalt dat elk bedrijf visiterende gasten moet beschermen tegen gevaren voor veiligheid en gezondheid. Als bijvoorbeeld de lift defect is moet dat worden gemeld.

Zzp’ers

Als een werkgever een zzp’er heeft ingehuurd en deze een ongeval krijgt, dan is de werkgever verantwoordelijk en kan hij door de civiele rechter aansprakelijk gesteld worden. Iemand die een ander werkzaamheden laat verrichten, moet namelijk zorgen voor een veilige werkplek.

Verantwoordelijkheden werknemers

Hoewel de werkgever primair verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden in het bedrijf, hebben ook de werknemers verplichtingen. Als zij zich daar niet aan houden, kunnen ook zij een boete krijgen van de Inspectie SZW. Een boete kan bijvoorbeeld worden opgelegd voor het verwijderen van een beveiligingsmiddel op een machine.

Maatregelen

Om de kans op ongelukken zo klein mogelijk te houden, is het voor werkgevers verstandig om de volgende maatregelen na te leven:

  • Het onderwerp arbeidsomstandigheden dient te worden gezien als een vast onderdeel van het totale ondernemingsbeleid. Zo zou het onderwerp arbeidsomstandigheden bijvoorbeeld in elk werkoverleg aan de orde moeten komen.
  • Alle medewerkers moeten regelmatig worden geïnformeerd en voorgelicht over risico’s en gevaren, en de beschermende maatregelen. Dit geldt zeker voor nieuwe werknemers en visiterende gasten op het bedrijfsterrein.
  • Bij onzekerheid of onduidelijkheid over Arbowet en -regelgeving moet een (in- of externe) deskundige geraadpleegd worden.
  • Het is belangrijk overleg te voeren met andere bedrijven of zzp’ers, voorafgaande aan het werk dat bij het bedrijf verricht wordt. Het bedrijf kan zelfs contractueel afspreken wie precies wat doet bij de te verrichten klus of opdracht. Dit voorkomt veel onduidelijkheid.
  • Via de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) kan het bedrijf zicht krijgen op de werkzaamheden die door derden worden uitgevoerd in het bedrijf. Bij omvangrijke werkzaamheden door derden is het raadzaam om de twee RI&E’s naast elkaar te leggen. De samenwerkende bedrijven bepalen gezamenlijk waar de knelpunten liggen en welke beschermende maatregelen moeten worden genomen. Deze beschermende maatregelen moeten natuurlijk met de werknemers besproken worden

Wat te doen bij ziekteverzuim/ziekte van een werknemer?

Wet Verbetering Poortwachter

Snel en effectief ingrijpen bij verzuim

Om het aantal werknemers dat langdurig ziek is terug te dringen, is de Wet Verbetering Poortwachter ingesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat snel en effectief ingrijpen het verzuim korter maakt.

Gezamenlijke inspanning

Ziek zijn is voor niemand prettig. Voor de werknemer niet, maar ook niet voor de werkgever. Nog vervelender wordt het als een werknemer door ziekte langdurig uit de roulatie is of zelfs arbeidsongeschikt raakt. DeWet Verbetering Poortwachter gaat de strijd aan met langdurig verzuim door ziekte. Deze wet verlangt dat werkgever en werknemer zich samen met arbodienst of gecertificeerde bedrijfsarts inspannen om de getroffen werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.

Verplichtingen

Werkgevers en werknemers hebben een aantal verplichtingen, die al beginnen in de eerste week van de ziekmelding.

Voor het eerste jaar:

  • Ziektegevallen moeten uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag worden gemeld bij de arbodienst of bedrijfsarts.
  • Is de werknemer zes weken ziek, dan moet door de arbodienst of bedrijfsarts een probleemanalyse worden gemaakt. Hierin staat waarom de werknemer niet meer kan werken, wat zijn mogelijkheden tot herstel zijn en wanneer hij het werk weer denkt te kunnen hervatten.
  • Binnen acht weken na de ziekmelding of uiterlijk twee weken na de probleemanalyse stelt de werkgever in overleg met de werknemer een Plan van Aanpak (PvA) op. In dit plan staat beschreven wat beiden gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Het PvA is een onderdeel van het re-integratiedossier.
  • Is er sprake van dreigend langdurig verzuim, dan moet de werkgever een re-integratiedossier bijhouden. Hierin staan het verloop van de ziekte en alle activiteiten die beiden hebben ondernomen om terugkeer naar werk mogelijk te maken.
  • Iedere zes weken moet de werkgever de voortgang met de werknemer bespreken.
  • Samen met de werknemer kiest de werkgever een casemanager. Deze persoon begeleidt en controleert de uitvoering van het PvA.
  • In de 42e week moet de werkgever de werknemer ziek melden bij hetUWV.

Na een jaar:

  • Blijft de werknemer onverhoopt lang ziek, dan volgt tussen week 46 en 52 een eerstejaarsevaluatie. Werkgever en werknemer evalueren het afgelopen jaar en stellen vast welk re-integratieresultaat ze in het tweede ziektejaar willen behalen en hoe ze dat gaan doen.
  • Is de werknemer na twintig maanden nog niet volledig aan de slag, dan stelt de werkgever in overleg met de werknemer een re-integratieverslag op. Hierin staan alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting.
  • Hebben alle inspanningen niet geleid tot terugkeer naar het werk, dan ontvangt de werknemer in de 87e week eenWIA-aanvraagformulier van het UWV. Dit formulier moet hij binnen drie weken terug sturen aan het UWV. Snel daarna beoordeelt UWV het re-integratieverslag en voert het een WIA-keuring uit en start de WIA-uitkering indien aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Indien noodzakelijk moet de werkgever het werk, de werkplek en/of de arbeidsmiddelen van de werknemer aanpassen.

Doorbetaling loon

Werkgevers moeten hun werknemers bij ziekte twee jaar lang 70% van het laatste loon doorbetalen. Voor het eerste ziektejaar zijn werkgevers wettelijk verplicht minimaal het minimumloon door te betalen. Dat geldt niet voor het tweede ziektejaar. Als een werkgever niet kan aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om de werknemer te laten re-integreren, dan kan hem verplicht worden om ook het derde jaar loon door te betalen

Passend werk

Lukt het niet om de werknemer terug te laten keren in zijn oude functie, dan moet de werkgever hem passend werk aanbieden binnen het bedrijf, bijvoorbeeld werken in deeltijd of met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan de werkgever hem een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever. Weigert de werknemer dit werk te aanvaarden, dan kan dit leiden tot stopzetting van het loon en zelfs tot ontslag.

Beoordelen van de situatie

Naast de wettelijke verplichtingen hebben werkgevers ook een aantal mogelijkheden om de situatie te beoordelen:

  • De werkgever mag de werknemer niet vragen wat hem scheelt, maar wel wanneer hij verwacht weer aan het werk te kunnen.
  • De werkgever kan de werknemer vragen een bezoek te brengen aan de bedrijfsarts. Die beoordeelt of de werknemer in staat in aangepast werk te doen en hoe lang het verzuim kan gaan duren. Ook de arbodienst kan een bezoek aan de zieke werknemer brengen in de vorm van een spoedcontrole.
  • De werkgever kan de werknemer weer met het werk laten beginnen op arbeidstherapeutische basis. Zo kan hij langzaam weer aan het werk wennen. Officieel is de werknemer dan nog wel ziek en moet zijn loon doorbetaald worden.
  • Als de werkgever met de werknemer en/of arbodienst van mening verschilt over de re-integratie, dan kan hij bij het UWV een deskundigenoordeel aanvragen.
  • Een re-integratiebedrijf kan de werkgever en de werknemer begeleiden bij de terugkeer naar het werk of naar ander werk in hetzelfde bedrijf of naar een andere werkgever.

Maatregelen tegen langdurig verzuim

  • Maak concrete afspraken in het PvA: wat doet de werknemer om weer aan het werk te komen? En wat doet de werkgever om hem weer aan het werk te helpen?
  • Bespreek het PvA regelmatig met de werknemer.
  • Verandert de situatie van de werknemer, zorg er dan voor dat er snel nieuwe afspraken worden gemaakt.