Flexwerkers of tijdelijke krachten in dienst gehad? Controleer dan UWV overzicht van ex-werknemers met ziektewetuitkering

26-07-2013

Heeft u tijdelijke krachten (flexwerknemers) in dienst gehad vanaf 01-01-2010? Controleer dan extra goed het UWV overzicht van ex-werknemers met een ziektewetuitkering 

 

Wat wijzigt er?

Per 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid (BeZaVa) ingegaan.  Deze wet staat beter bekend onder de noemer “Modernisering Ziektewet”. Deze wet bestaat uit maatregelen voor flexwerknemers en financiële prikkels voor werkgevers met als doel, een snellere werkhervatting en beperking van de instroom in de Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen( WIA). Iedere werkgever krijgt de financiële verantwoordelijkheid voor de uitkeringslast van de Ziektewet en de WGA voor (ex-)werknemers met een tijdelijk dienstverband.

Op dit moment betaalt iedere werkgever een van zijn UWV-sector afhankelijke Ziektewetpremie. En een individuele gedifferentieerde premie voor zijn werknemers die de WGA ingaan (WGA-vast). De premie voor werknemers die ziek uit dienst gaan en in de WGA komen (WGA-flex), is onderdeel van de basispremie WAO/WIA.

Vanaf 1 januari 2014 gaat de werkgever een aparte premie betalen voor de Ziektewet, WGA-vast(vaste werknemers) en WGA-flex(flexwerkers). De wijze van premieberekening is afhankelijk van de hoogte van de loonsom van de werkgever. Kleine werkgevers (tot 10 keer de gemiddelde loonsom) gaan een sectorpremie betalen en grote werkgevers (loonsom > 100 keer gemiddelde loonsom) worden geheel op eigen uitkeringslast beoordeeld. De groep ertussen krijgt te maken met een combinatie uit sectorgemiddelde en eigen uitkeringslast.

In 2016 wordt de premiestelling voor WGA Flex en WGA vast samengevoegd in WGA Totaal. Het is dan ook mogelijk te kiezen voor een publieke verzekering met premiedifferentiatie of uit d epublieke WGA verzekering te treden en eigen risico drager te worden. Het is dan mogelijk een private verzekering af te sluiten.

Waarom wordt er nu opnieuw ingegrepen?

Uit de WIA evaluatie in 2010 bleek dat de maatregelen die in het verleden zijn genomen om de instroom in de WGA te beperken een positief effect hadden op werknemers met een vast dienstverband. Helaas nam de instroom vanuit de Ziektewet door flexwerkers inmiddels zulke vormen aan dat 55% van alle instroom daar vandaan komt. En dat terwijl slechts een zesde van de beroepsbevolking werkt met een flexibel contract en dus in het vangnet terecht kan komen.

Flexwerkers zijn in dit kader uitzendkrachten, werknemers met een tijdelijk contract welke ziek uit dienst gaan, oproepkrachten zonder regelmatige oproep en zieke werklozen. Voor u als werkgever zijn uitzendkrachten alleen van belang als u een uitzendbureau bent. Het uitzendbureau is immers de formele werkgever. Voor alle andere bedrijven zijn de werknemers met een dienstverband voor bepaalde tijd relevant.

De werkgever wordt voor flexwerkers niet geprikkeld om actie te ondernemen als deze met een tijdelijk contract ziek uit dienst gaan. Zowel de Ziektewet als de eventueel daar op volgende WGA uitkering wordt bekostigd uit de sectorpremie. In tegenstelling tot de gedifferentieerde WGA-premie die stijgt of daalt wanneer de instroom in de WGA vanuit vast dienstverband toeneemt of afneemt, merkt de werkgever er nu niets van als hij meer of minder instroom in de Ziektewet of WGA-flex heeft.

Kortgezegd komt het er op neer dat de kans op langdurige arbeidsongeschiktheid in het geval van werknemers met een tijdelijk dienstverband vele malen groter is dan wanneer een medewerker een vast dienstverband heeft. De werkgever draagt hiervoor in beperkte mate financiële verantwoordelijkheid omdat de premie sectoraal wordt bepaald

 

Hoe informeert het UWV u als werkgever?

Het UWV informeert werkgevers over de Ziektewetuitkeringen  en WGA uitkeringen in 2012 met twee aparte brieven. De eerste brief betreft een opgave van (ex) werknemers) die in 2012 een Ziektewetuitkering kregen. Een eerste groep werkgevers heeft deze brief inmiddels ontvangen. De tweede brief betreft een opgave van ex-werknemers die in 2012 een WGA- uitkering kregen. Deze brief wordt op een later tijdstip verstuurd.

 

Wat moet u als werkgever doen met dit overzicht?

In de tot nu toe verzonden overzichten zijn veel fouten geconstateerd. Een voorbeeld hiervan is: Opgave van werknemers die niet bij u als werkgever in dienst zijn geweest. Het is dus erg belangrijk om deze lijsten direct te controleren, omdat u anders een verkeerde premie toegerekend krijgt.

Enkele tips:

  • Binnen vier weken na ontvangst van het overzicht van de Ziektewetuitkeringen die in 2012 door het UWV zijn toegekend aan uw (ex-)werknemers, dient u de bijbehorende beschikkingen op te vragen. Daarvoor kunt u gebruikmaken van de door het UWV geleverde antwoordenvelop.
  • Heeft u de beschikkingen ontvangen? Controleer deze dan samen met een adviseur.
  • Is er reden om bezwaar aan te tekenen? Doe dit binnen zes weken na ontvangst van de beschikkingen.

 

Bijgesloten is een checklist Toekenningen Ziektewet. Deze checklist 26072013Checklist Toekenningen Ziektewet Acture (2) is een handig hulpmiddel bij de controle van overzicht van het UWV.

De gevolgen

Door de invoering van de Wet BeZaVa wordt het voor de werkgever nog belangrijker om regie te hebben op het ziekteverzuim en de WIA-instroom. Wanneer dit er niet is, zullen de kosten voor de werkgever toenemen. Ook voor de groep flexwerkers is een werkgever financieel verantwoordelijk. Voorkomen van verzuim en WIA- instroom wordt nog belangrijker. Het wordt lonend om ook voor flexwerkers re-integratietrajecten te starten

 

U wilt meer informatie of ontvangt uw lijst van het UWV?

Neem dan contact met  op met Hakze Verzekeringen via: 0513 436270 of info@hakzeverzekeringen.nl.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering, waar moet je op letten?

Wat is belangrijk bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering? We hebben de belangrijkste aandachtspunten op een rij gezet.

 

1.  Verzekerde bedragen
De verzekerde bedragen zijn bedragen die u uitgekeerd krijgt in geval van arbeidsongeschiktheid. Deze bedragen worden vaak onderverdeeld in Rubriek A en Rubriek B.

Rubriek A en Rubriek B

  • Rubriek A is het verzekerd bedrag dat u in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd krijgt. U hebt de keuze om tot maximaal 80% van uw bruto jaarinkomen te verzekeren.
  • Rubriek B is het verzekerd bedrag dat u in de jaren ná het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid krijgt. U hebt de keuze om tot maximaal 80% van uw bruto jaarinkomen te verzekeren.

 

2.  Premies aftrekbaar van de belastingen 
Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is volledig van het inkomen aftrekbaar, waardoor de premie netto een stuk lager uitvalt. De premie die u betaalt  is voor rekening van u als privé persoon en moet dan ook verwerkt worden bij de inkomensaangifte en niet bij de winst- en verliesrekening van uw bedrijf. Het aftrekbaar zijn van de premie heeft uiteraard ook tot gevolg dat bij een uitkering inkomstenbelasting betaalt dient te worden. Verzekeraars zijn verplicht dit in te houden van uw uitkering. Dus per saldo ontvangt u een netto bedrag.

 

3.  Sommenverzekering of schadeverzekering

Een AOV-verzekering kan  een sommenverzekering of een schadeverzekering zijn. Een sommenverzekering biedt een aantal voordelen ten opzichte van een schadeverzekering. Dit verschil ligt in de controle van het inkomen en het te verzekeren bedrag. Bij een AOV gebaseerd op een een sommenverzekering zal een verzekeraar géén correctie van de verzekerde bedrag(en) toepassen en/of het inkomen periodiek toetsen.

Correctiebepaling

Correctiebepaling houdt in dat de verzekeraar de verzekerde bedragen zal aanpassen wanneer deze bedragen niet overeenkomen met het opgegeven inkomen wat u bij het afsluiten van de AOV met de verzekeraar hebt afgesproken.

Voorbeeld
U claimt in 2022 op uw AOV welke u in 2009 hebt afgesloten. In 2009 verzekert u € 50.000,- per jaar, maar in het jaar dat u claimt (2022) is het bruto inkomen over de laatste 3 jaar ongeveer € 35.000,-. Uw verzekerde bedragen en ook een eventuele uitkering worden verlaagd naar 80% van € 35.000,-.

De verzekeraar die een sommenverzekering hanteert zal het verzekerd bedrag in dit geval niet negatief corrigeren naar het verdiende inkomen van € 35.000,-. U krijgt uitgekeerd op basis van de in 2009 afgesproken verzekerde bedragen (€ 50.000,-).

Bij een schadeverzekering zal het inkomen wel getoetst worden en indien van toepassing worden gecorrigeerdEen verzekeraar zal een AOV op basis van een schadeverzekering periodiek toetsen op het verdiende bruto inkomen.Vaak dient u periodiek de inkomensgegevens aan te leveren om te bewijzen dat inkomen overeenkomt met het afgesproken verzekerd bedrag. Voorbeeld:
U verdient in 2014 € 50.000,-. Bij inkomenstoetsing in 2016 verdient u € 40.000,-.De verzekerde bedrag(en) worden in dit geval evenredig gecorrigeerd. Als uw verzekerde bedrag(en) in 2014 nog 80% van € 50.000,- was, zullen de verzekerde bedragen in 2016 80% van € 40.000,- worden.

 

4. Vast tarief of leeftijdsafhankelijk tarief

U hebt de keuze uit twee tarieven:

Vast tarief (standaardtarief)
Hierbij betaalt u over de gehele looptijd van de AOV een vaste premie per jaar tot aan de eindleeftijd.

Leeftijdsafhankelijke tarief (combitarief)
U start met een lage premie, die jaarlijks stijgt. Als u een bepaalde leeftijd bereikt, blijft de premie voor de rest van de looptijd gelijk. Dit heet de omslagleeftijd. Een leeftijdsafhankelijke tarief is gunstig voor bijvoorbeeld startende en jonge ondernemers. U hebt een lage initiële premie waardoor u meer financiële ruimte voor uw onderneming heeft in de beginjaren

 

5. Wachttijd(ook wel eigen risicotermijn)

De wachttijd is de periode die u zelf financieel dient te overbruggen alvorens uw verzekering uitkeert. U kunt zelf kiezen hoelang deze wachttijd is. De lengte van de wachttijd is van invloed op de hoogte van de premie. In verzekeringstermen wordt de wachttijd ook wel het eigen risicotermijn genoemd.

U heeft de keuze uit een wachttijd van 14, 30, 60, 90 of 180 dagen. In de regel geldt dat hoe langer de wachttijd is, hoe lager de premie. Het bepalen van de wachttijd is van een aantal factoren afhankelijk. Als u bijvoorbeeld een goedverdienende partner of een spaarpotje heeft, zou u kunnen overwegen een langere wachttijd kiezen. Als u afhankelijk  bent van het inkomen uit uw onderneming is het verstandig om een korte wachttijd te kiezen.

 

6. Eindleeftijd

De eindleeftijd is de leeftijd waarop uw verzekering afloopt. U hebt zelf de keuze om de eindleeftijd zelf te bepalen. Het is verstandig om de eindleeftijd te koppelen  op het moment dat uw AOW of pensioen ontvangt. Alleen wanneer er voldoende financiële middelen zijn is een korte eindleeftijd verstandig. Een korte eindleeftijd scheelt aanzienlijk premie

Bent u geboren na 30 september 1955? Dan is uw exacte AOW-leeftijd nog niet bekend. Maar deze is minimaal 67 jaar en 3 maanden. Controleer dan ook jaarlijks in januari uw eigen  AOW-leeftijd. Zie:https://www.svb.nl/int/nl/aow/wat_is_de_aow/wanneer_aow/

Voor beroepen met een relatief verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid kan de verzekeraar een lagere maximum eindleeftijd vaststellen. De gemaximeerde eindleeftijd kan 55 of 60 jaar zijn.  Dit betekent vaak een groot inkomensgat tussen de kortere eindleeftijd van de verzekering en de AOW leeftijd. Hou hier vooraf rekening mee en zorg op de eindleeftijd van de verzekering voor voldoende financiële middelen!

 

7. Beroepsarbeidsongeschiktheid en passende arbeid

Een verzekering kan worden afgesloten op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid of passende arbeid. Bij  de beoordeling van arbeidsongeschiktheid zal de verzekeraar één van deze 2 criteria toepassen. Hier dient u een keuze te maken welk criterium u wenst. De keuze is van invloed op de hoogte van de premie.

Beroepsarbeidsongeschiktheid

Een AOV op basis van beroepsarbeidsongeschiktheid houdt in dat u in geval van arbeidsongeschiktheid wordt beoordeeld op basis van uw huidige beroep.           U wordt door de verzekeraar niet verplicht om bijvoorbeeld werkzaamheden op basis van uw opleiding en vroegere werkzaamheden te accepteren.

Let op: In de meeste voorwaarden wordt, ondanks het bovenstaande, wel bedongen dat u passende arbeid binnen de eigen onderneming aanvaardt.

Voorbeeld
U bent adviseur en u raakt arbeidsongeschikt aan uw benen. U kunt niet meer met de auto erop uit, de verzekeraar mag dan wel bepalen dat u administratief werk binnen uw eigen onderneming gaat doen. Het bedrag waarover u inkomensverlies lijdt zal door de verzekeraar uitgekeerd worden.

Passende arbeid

Bij passende arbeid kan de de verzekeraar u verplichten om een vervangende functie buiten uw eigen bedrijf te accepteren in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. De bepaling om een andere functie uit te voeren wordt aan de hand van de volgende criteria beoordeeld:

  • Uw krachten en bekwaamheden;
  • Uw opleiding en vroegere werkzaamheden;
  • Kan in redelijkheid van u verlangd worden andere beroepswerkzaamheden uit te voeren.

Voorbeeld
U bent adviseur en u heeft vroeger ervaring opgedaan als administratief medewerker. U raakt arbeidsongeschikt voor 40% en u kunt geen auto meer rijden voor uw werkzaamheden als adviseur. De verzekeraar kan u dan verplicht stellen om bij een kantoor in de buurt administratieve werkzaamheden te gaan uitvoeren. Het bedrag waarover u inkomensverlies lijdt zal door de verzekeraar worden uitgekeerd.

 

8. Jaarlijkse stijging van verzekerde bedragen en uitkering.

Verzekeraars bieden de mogelijkheid om de verzekerde bedragen jaarlijks met een vaste waarde te laten stijgen. Op deze manier houdt u de verzekerde bedragen in lijn met de koopkrachtontwikkeling. U kunt een percentage kiezen waarmee het verzekerde bedrag jaarlijks stijgt. Mocht u arbeidsongeschikt raken dan wordt het verzekerde bedrag een uitkering. U kunt een percentage kiezen waarmee de uitkering jaarlijks stijgt. Sommige verzekeraars bieden de mogelijkheid om het verzekerd bedrag te laten stijgen met de CBS-index (Centraal Bureau van de Statistiek). Hierbij wordt het verzekerd bedrag jaarlijks aangepast volgens het stijgingspercentage van de CBS.U kunt het verzekerd bedrag en uitkering ook laten stijgen met een vast percentage van 2% of 3%.

 

9. Arbeidsongeschiktheidspercentage

Het arbeidsongeschiktheidspercentage is de bepalende factor of u recht hebt op een uitkering. Wanneer u claimt op uw uw verzekering, beoordeelt een medisch adviseur de mate (ofwel percentage) van arbeidsongeschiktheid. U hebt de keuze uit een percentage van 25% (maximale dekking), 45%, 55%, 65% of 80% (minimale dekking). Kiest u een percentage van 25% dan keert de verzekeraar uit wanneer u door de medisch adviseur 25% of meer arbeidsongeschikt wordt verklaard. Kiest u een percentage van 80% dan keert de verzekeraar uit wanneer u door de medisch adviseur 80% of meer arbeidsongeschikt wordt verklaard. Hoe hoger het percentage op de verzekering , hoe lager de premie.

 

10. Tijdelijke uitkeringsduur

Een aantal verzekeraars bieden een verzekering met een tijdelijke uitkeringsduur aan. Dat wil zeggen dat de verzekering voor een korte tijd uitkeert in geval van arbeidsongeschiktheid. Bij de meeste verzekeraars is deze periode voor 5 jaar, maar er bestaan ook varianten waarbij een uitkering van 3 of 10 jaar kan gekozen worden. Het voordeel is terug te vinden in de premie, maar het gevaar schuilt in de korte uitkeringsperiode in geval van arbeidsongeschiktheid.

 

11. Kosten adviseur/bemiddelaar

Iedere adviseur/bemiddelaar zal kosten in rekening brengen voor het advies/bemiddeling en eventueel nazorg/beheer van de verzekering. Informeer van te voren bij uw adviseur/bemiddelaar naar de kosten.

Premiebesparing is eenvoudig te realiseren door een advies/beheer vergoeding af te spreken in plaats van provisie. Veel verzekeringen afgesloten voor 01-01-2013 hebben een premie inclusief provisie. Door provisie uit de premie te halen bespaar je al snel ruim 15%  op je premie.

 

Provisieverbod. Wat levert het nou op?

03-04-2013

Provisieverbod

Drie maanden na de invoering van het provisieverbod  op complexe verzekeringsproducten, blijkt dat 78 procent van Nederland niet bekend is met dit provisieverbod. Daarnaast ziet bijna de helft van de Nederlanders het nut van het verbod niet in. Hoewel de invoering van het provisieverbod in de media aandacht heeft gehad, is het verbod op deze provisies onder veel (78%) Nederlanders nog onbekend. De groep van 22 procent welke al wel op de hoogte was van het provisieverbod, zag er vaak het nut niet van in. Uit onderzoek van Verzekeringen.com blijkt verder dat veel Nederlanders een provisie op bijvoorbeeld een autoverzekering of zorgverzekering geen probleem vinden. Wel wenst bijna 90% van alle ondervraagden dat provisies, in welke vorm dan ook, duidelijk worden gecommuniceerd.

Van alle ondervraagden heeft slechts een paar procent het provisieverbod in de praktijk ervaren, voornamelijk bij de afsluiting van een hypotheek en aankoop van pensioen en lijfrente. De meningen over het verbod zijn erg verdeeld. Een meerderheid geeft er de voorkeur aan om bijvoorbeeld hypotheekadvies niet separaat te betalen, maar middels een provisie bij afsluiten.

Ook de meningen van ondervraagden welke nog niet met het provisieverbod in aanraking zijn gekomen, zijn verdeeld. Voor hen is het nut van het verbod niet duidelijk en men is bang uiteindelijk meer te betalen.

Het provisieverbod geldt alleen voor complexe verzekeringsproducten . Een financieel product is complex en impactvol als het bestaat uit een combinatie van soorten producten: sparen, beleggen, lenen en verzekeren. Daarbij geldt dat de waarde van een van deze producten afhankelijk is van ontwikkelingen op financiële markten. Bijvoorbeeld: levensverzekeringen, pensioen ,hypothecair krediet,  en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen,

Het verbod is vanaf januari 2013 van kracht en laat consumenten naast de koopsom of premie extra advieskosten betalen als vergoeding in plaats van een provisie. De maatregel is ingevoerd om adviseurs en bemiddelaars het belang van de klant voorop te laten zetten. De hoogste tijd voor een extra toelichting.

 

De veranderingen per 1 januari 2013

Iedereen schaft in zijn leven financiële producten aan. . Er zijn heel veel financiële producten. Soms zijn deze producten eenvoudig. Maar soms ook ingewikkeld. U heeft de keuze om deze producten te kopen met of zonder advies.

 

-Wel of geen advies?

Of u wel of geen advies wilt hebben bij de aanschaf van een financieel product, bepaalt u natuurlijk helemaal zelf. Feitelijk zijn er twee hoofdkeuzen:

1. Geen Advies.

U heeft zich goed georiënteerd en weet precies welk financieel product u wilt hebben. U schaft dit product daarom zelf aan bij een verzekeringsmaatschappij of bemiddelaar zonder dat u hierbij advies vraagt. Als u zonder advies een ingewikkeld financieel product wilt aanschaffen, wordt dit execution only genoemd. De verzekeraar /aanbieder dient u vooraf te informeren welke kosten hieraan zijn verbonden. Deze kosten worden distributiekosten genoemd en zijn apart van de premie vermeld. De verzekeraar/aanbieder waar u dit product wilt aanschaffen, moet dan toetsen of u als consument over voldoende kennis en ervaring beschikt om op verantwoorde wijze tot aanschaf over te gaan. Bent u zich bewust van de risico’s die samenhangen met execution only of het product? En kunt u deze risico’s vertalen naar uw eigen financiële situatie? In de praktijk betekent dit dat u een aantal vragen moet beantwoorden, voordat u tot aanschaf van deze ingewikkelde financiële producten kunt overgaan. Als de toets niet positief is, wordt u gewaarschuwd dat het raadzaam is om advies in te winnen,

2. Wel Advies

Het kan zijn dat u niet precies weet welk financieel product goed aansluit bij uw situatie op dat moment. U kunt dan ook besluiten om advies te vragen bij een onafhankelijk adviseur of een verzekeringsmaatschappij. Wat voor u een verstandige keuze is, hangt helemaal af van uw persoonlijke situatie. Wat voor financieel product wilt u aanschaffen? Een ingewikkeld product of een heel eenvoudig product? Bent u goed bekend met de eigenschappen en risico’s van financiële producten of is dit voor u een onbekend terrein? Vindt u het prima om alles zelf te regelen? Of vindt u het juist prettig wanneer iemand anders voor u alles verzorgt en controleert? Allemaal omstandigheden die uiteindelijk voor u van belang zijn om de juiste keuze te maken om een financieel product met of zonder advies aan te schaffen.

Wel of geen advies? Dat hangt helemaal af van uw persoonlijke situatie en voorkeuren. Maak dus een bewuste keuze.

-Vanaf nu weet u wat het advies u kost

Financieel advies was nooit gratis. Waarschijnlijk heeft u in het verleden wel eens een financieel product aangeschaft. Mogelijk heeft u daarbij ook advies ingewonnen. De kosten van dit advies waren onderdeel van de prijs van het financiële product. Bij een verzekering betaalde u een premie die bestemd was voor de verzekeringsmaatschappij, maar daarnaast ook een bedrag dat bestemd was voor uw adviseur. De kosten van uw adviseur, ook wel provisie genoemd, maakten deel uit van de premie. Voor u als consument was echter niet altijd voldoende helder welk deel van de premie bestemd was voor de verzekeraar en welk deel voor uw adviseur.  Provisie is vanaf 1 januari 2013 voor complexe en impactvolle financiële producten verboden. Hierdoor wordt duidelijker wat de kosten zijn van het financiële product. En wat de kosten zijn van uw adviseur.

 U betaalt nu rechtstreeks de kosten van uw adviseur

Met ingang van 1 januari 2013 betaalt u de kosten voor advies rechtstreeks aan uw adviseur. Deze kosten mogen voor veel financiële producten niet langer onderdeel zijn van de prijs van dit financiële product. U moet vanaf dat moment deze kosten apart betalen aan uw adviseur.

Uw adviseur informeert en adviseert u over het product dat bij u past. De adviseur kan ook meer voor u doen. Zoals advies geven bij aanpassingen die nodig zijn, omdat uw persoonlijke situatie verandert. Of u helpen wanneer de verzekering tot uitkering komt. De adviseur is ervoor om uw belangen te behartigen. Vanaf 1 januari 2013 maakt u over de kosten van het advies dus zelf afspraken met uw adviseur. De verzekeringsmaatschappij speelt hierbij niet langer een rol. De betaling van het advies loopt daarmee ook niet langer meer via de prijs van het financiële product.

Deze verandering biedt u de zekerheid dat het advies van uw adviseur niet langer kan worden beïnvloed door de hoogte van de provisie van de verzekeringsmaatschappij of bank. De prijs van het advies is een zaak tussen u en uw adviseur

– U weet nu precies waarvoor u betaalt

Een andere belangrijke verandering is dat u vanaf 1 januari 2013 ook precies weet welke werkzaamheden uw adviseur voor u verricht.

Er zijn in Nederland heel veel verzekeringsmaatschappijen. Uw adviseur baseert zijn advies op wat er in de financiële markt wordt aangeboden. Maar u snapt dat het voor u verschil maakt of deze adviseur maar één of enkele aanbieders van financiële producten vergelijkt of juist een groot deel van de markt. Voor de advisering van alle financiële producten geldt dat de adviseur u in het eerste contact moet informeren hoe hij tot zijn adviezen komt: een vergelijking van heel veel aanbieders, een beperkt aantal of maar één.

Maar ook moet de adviseur helder maken welke andere werkzaamheden hij voor u verricht. Blijven de werkzaamheden beperkt tot alleen een advies? Of verzorgt de adviseur ook de contacten met de verzekeringsmaatschappij? Daarnaast ontvangt u informatie over hoe lang, nadat u het financieel product heeft aangeschaft, u deze adviseur nog vragen kunt stellen over dit product. En of hier dan wel of geen extra kosten aan zijn verbonden. Uiteraard zal uw adviseur u ook informeren over de manier waarop u de kosten voor het advies kunt betalen. U kunt het bedrag in één keer betalen of op een andere manier, bijvoorbeeld met een abonnement. Het kan zijn dat de adviseur het mogelijk maakt om de advieskosten gespreid te betalen. Volgens de wet mag deze periode van gespreide betaling maximaal 24 maanden bedragen.

 

Hoe zit het met financiële producten die ik vóór 1 januari 2013 heb afgesloten?

Het provisieverbod geldt alleen voor producten die u vanaf 1 januari 2013 aanschaft of waarover u zich laat adviseren. Er verandert dus niets voor bestaande complexe financiële producten. Als u bijvoorbeeld in 2009 een hypotheek heeft afgesloten op basis van provisie, dan blijft de financieel adviseur ook na inwerkingtreding van het provisieverbod zijn doorlopende provisie ontvangen. Dit wordt de eerbiedigende werking genoemd.Let op: als uw persoonlijke situatie verandert, bijvoorbeeld als u gaat verhuizen of gaat trouwen, kan dat mogelijk wél gevolgen hebben voor bestaande producten. Vraag in dat geval bij uw financieel adviseur wat het betekent voor het advies dat u vóór 1 januari 2013 heeft gekregen.

 

Wat betekent het provisieverbod voor mijn schadeverzekeringen?

Voor eenvoudige of niet complexe producten zoals een auto, reisof aansprakelijkheidsverzekering, verandert er niets. Op dit soort verzekeringen mag een financieel adviseur de kosten van zijn werkzaamheden in de vorm van provisie blijven ontvangen. Deze kosten kunnen dan deel uitmaken van de premie. U en de adviseur mogen ook afspreken dat u de kosten van de adviseur apart betaalt. U en uw adviseur hebben bij schadeverzekeringen dus zelf de keuze op welke wijze u de kosten van advies en begeleiding wilt betalen. Bij schadeverzekeringen is uw adviseur wel verplicht te vertellen hoeveel provisie hij voor deze producten ontvangt als u daarnaar vraagt.

 

Nuttige adressen

De gezamenlijke verzekeringsmaatschappijen in Nederland hebben daarnaast  een website gemaakt vol met praktische informatie: www.allesoververzekeren.nl/themas/provisieverbod. Op deze site vindt u meer informatie over het provisieverbod en algemene informatie over verzekeringen.

Onafhankelijk toezicht

De overheid heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aangewezen om toezicht te houden op (het gedrag van) verzekeraars en financiële adviseurs. De AFM heeft op haar website een aantal veelgestelde vragen en antwoorden opgenomen over het provisieverbod: http://www.afm.nl/nl/consumenten/aanpak/faq/beloning-adviseur.aspx. Meer informatie over de rol van de AFM vindt u op: www.afm.nl/nl/consumenten/vertrouwen/financieeladvies.

 

Wijzer in geldzaken

Wijzer in geldzaken vertegenwoordigt ruim veertig organisaties die hun krachten bundelen om de consument ‘wijzer in geldzaken’ te maken. Wijzer in geldzaken heeft een speciale checklist financieel advies opgesteld (zie www.wijzeringeldzaken.nl/handigehulpmiddelen/checklistfinancieeladvies.aspx), die nuttige tips geeft waarop u kunt letten. Of: www.allesoververzekeren.nl/themas/provisieverbod

 

 

 

 

 

Overlijdensrisicoverzekering kan tot wel 77% goedkoper

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overlijdensverzekering kan tot wel 77% goedkoper

 

De afgelopen jaren zijn de premies voor overlijdensrisicoverzekeringen (ORV) enorm gedaald. Het kan zijn dat dezelfde verzekering maar liefst 77 procent goedkoper is dan vijf jaar geleden. Ook Tros Radar heeft recentelijk aandacht aan dit onderwerp besteedt,  zie: http://www.trosradar.nl/uitzending/laatste-uitzending/aflevering/04-03-2013/goedkopere-orv/?p=1

Het kan over de gehele looptijd duizenden euro’s schelen om over te stappen naar een goedkopere verzekering.

Je moet dan wel een losse ORV hebben. Soms zit een ORV versleuteld in een spaar- of beleggingspolis. Overstappen wordt dan een stuk ingewikkelder. Je moet dan een einde maken aan je spaar- of beleggingspolis en voor een ander product kiezen.

Bij je verzekeraar  bank  of adviseur kun je navragen of je een losse of een versleutelde ORV hebt.  Zit je ORV in een spaar-of beleggingspolis dan betaal je vaak een inleg per maand waar vervolgens de premie voor de ORV van wordt ingehouden.

Wat is een overlijdensrisicoverzekering?

Een overlijdensrisicoverzekering is een verzekering die een bedrag uitkeert als je overlijdt. Dit bedrag kunnen je nabestaanden gebruiken om het verlies aan inkomsten te compenseren of een compagnonsverzekering voor een zakenpartner.

Het kan ook zijn dat een bank de overlijdensrisicoverzekering verplicht heeft gesteld bij het afsluiten van de hypotheek. De verzekering is dan verpand. De bank wil dan alleen de hypotheek verstrekken als er een overlijdensrisicoverzekering is afgesloten. De bank doet dat als de hypotheekschuld hoger is dan de executiewaarde van de woning. De executiewaarde is het bedrag dat de woning op zal leveren als het op de veiling wordt verkocht.

Als een hypotheek bijvoorbeeld 250.000 euro is en de executiewaarde van de woning is 190.000 euro, dan kan de bank als voorwaarde stellen dat je een overlijdensrisicoverzekering afsluit van 60.000 euro. Deze verzekering is dan verpand aan de bank. Dat betekent dat als je overlijdt de bank het geld krijgt uitgekeerd. Als de verzekering meer uitkeert dan de bank nodig heeft wordt de rest aan de nabestaanden overgemaakt.

Wil je overstappen?

Als je wilt overstappen, moet je dus even controleren of de ORV verpand is aan de bank. Indien dat het geval is, moet je aan de bank vragen welke eisen er aan de ORV worden gesteld.

Let op dat je nooit je oude ORV stopzet, voordat je een nieuwe af hebt gesloten.

Welke dekking moet je nemen?

Het is van belang vast te stellen of je een OVR nodig hebt. Dus ga eerst je persoonlijke (evt bedrijfsmatige) financiële  situatie inventariseren en analyseren. Kijk hierbij ook naar je  lopende levensverzekeringen , voorzieningen en eventuele aanspraken op Nabestaandenpensioen.  Daarnaast is  het belangrijk dat je weet welke dekking je voor je ORV moet afsluiten. Dat kan een gelijkblijvende dekking zijn, een lineair dalende dekking of een annuïtair dalende dekking.

Bij een gelijkblijvende dekking is de uitkering de gehele looptijd gelijk. Bij een lineair dalende dekking neemt de uitkering elke maand af met hetzelfde percentage. Bij een annuïtair dalende dekking is de uitkering in het begin hoog en aan het einde van de looptijd laag.

Ook is het belangrijk dat je weet of je een dekking op een of op twee levens af wilt sluiten. Vervolgens kun je nog kiezen of je de premie wilt splitsen of niet.

Als je deze keuzes moeilijk zelf kan maken, vraag dan advies aan je adviseur.

Bij Hakze Vezekeringen kunt u ook terecht voor advies en bemiddeling van een overlijdensrisicoverzekering.

Wanneer u hiervoor contact met ons opneemt profiteert u dus van een lagere premie , maar ook van een tijdelijke actie. Wanneer u tussen 11 maart 2013 en  3 mei  2013 een overlijdensrisicoverzekering bij on s afsluit ontvangt u eenmalig een bedrag van € 75-,

 

 

 

 

Niet of te laat betalen autoverzekering heeft grote gevolgen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Niet of te laat betalen autoverzekering heeft grote gevolgen

Steeds meer autobezitters betalen de premie voor hun autoverzekering niet, constateert financiële vergelijkingssite Geld.nl. Consumenten onderschatten de gevolgen van het niet betalen van de premie. Ze hebben vaak niet door dat dit ertoe kan leiden dat ze niet meer verzekerd zijn en daardoor boetes krijgen van het RDW.

Zie ook: http://www.rdw.nl/nl/particulier/auto/verplichtingenbijgebruik/Pages/Voertuiggebondenverplichtingen.aspx

 

Boete autoverzekering niet betalen

Als een automobilist de premie voor zijn autoverzekering niet betaalt, kan de verzekeraar bij een betalingsachterstand van 30 dagen de dekking van de verzekering schorsen. Dit betekent dat je niet langer verzekerd bent. Omdat iedere automobilist in Nederland verplicht is minimaal de wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren (WA-verzekering), krijg je als je door wanbetaling onverzekerd raakt een boete. Het RDW controleert actief of alle geregistreerde auto’s ook zijn verzekerd. Dit doet zij sinds januari van dit jaar extra actief. Blijkt dat je auto langer dan 2 dagen niet verzekerd is, dan krijg je direct een boete van 380 euro. Deze kan het RDW drie keer per jaar opleggen, waardoor de boete kan oplopen tot 1.140 euro.

Veel automobilisten realiseren zich niet dat ze een boete kunnen krijgen als ze de premie autoverzekering niet betalen. Ze denken nog onder de boete van het RDW uit te kunnen door met een bewijs van de verzekeraar aan te tonen dat ze wel verzekerd waren.  Als de dekking is geschorst, zal de verzekeraar dit bewijs echter niet verstrekken. Je zult de boete dan dus gewoon moeten betalen. Ook als je later alsnog de premie betaalt, blijft de boete staan.

 

Niet verzekerd is geen dekking

Behalve dat je een boete krijgt van het RDW, ben je vanaf het moment van schorsing niet meer verzekerd. Dit betekent dat je geen dekking hebt en dat je dus ook met je auto de weg niet op mag. Veel mensen staan hier niet bij stil en blijven gewoon doorrijden. Buiten dat het verboden is om onverzekerd rond te rijden, krijg je bij schade ook niets vergoed van je verzekeraar. Je zal dus persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor de kosten van de schade. Die kosten kunnen bijvoorbeeld bij letselschade aan een tegenpartij flink oplopen.

 

Royement bij autoverzekering niet betalen

Loopt de betalingsachterstand nog verder op na de schorsing, kan de verzekeraar zelfs overgaan tot het royeren. Dit betekent dat de automobilist definitief uit de verzekering wordt gezet en een melding krijgt in de landelijke database. Dit maakt het moeilijker om geaccepteerd te worden bij een eventuele nieuwe verzekeraar.

 

Stijgende lijn wanbetalingen

Verzekeraars herkennen dat er steeds vaker sprake is van wanbetaling bij de autoverzekering.  Er worden  meer aanmaningen verstuurd en verzekeraars worden de laatste tijd ook vaker benaderd door schuldhulpinstanties over betalingsproblemen van klanten.

 

Voorkomen beter dan genezen

Aan je autoverzekering niet betalen zitten dus eigenlijk alleen maar nadelen. Voorkomen is daarom altijd beter dan genezen. Autoverzekeringen worden vrijwel altijd per automatisch incasso geïnd. Lukt de incasso niet, dan krijg je van je verzekeraar (sommige verzekeraars zijn hier minder strikt in) een herinnering. Je hebt dan veertien dagen de tijd om de premie alsnog te betalen. Pas daarna gaat de verzekeraar over tot schorsing en krijg je een boete. Je kunt dus al veel ellende voorkomen door als je de herinnering ontvangt binnen veertien dagen de premie zelf te betalen.

Verzekeringsmap afstoffen loont voor bedrijven.

01-11-2018

Bespaar op verzekeringen

Elke ondernemer doet er verstandig aan snel de verzekeringsmap af te stoffen. Er zijn drie belangrijke redenen om dit nu echt te doen:

 

1-Verzekeringen nodig? Onderhoud verzekeringen nodig?

Een uitgebalanceerd verzekeringspakket voorkomt onnodige problemen en garandeert/beschermt de continuïteit van uw onderneming. Maar welke risico’s vormen een financiële bedreiging voor de continuïteit van uw onderneming en welke niet?  Hoe vaak doet zich een gebeurtenis of situatie voor en wat zijn de financiële gevolgen van deze gebeurtenis of situatie? Is  € 5000-, schade al het einde van uw onderneming of is dat € 100.000-, schade?

Een grondige risico analyse geeft antwoord op deze vragen en kan leiden tot het schrappen van overbodige verzekeringen, waardoor besparingen worden gerealiseerd.

Periodiek onderhoud en controle van verzekeringen is belangrijk en kan ook de nodige besparingen opleveren. Door periodiek meerdere verzekeraars te benaderen om voor verzekeringen een aanbod te doen, kan altijd wel een besparing worden behaald. Echter hierbij moet je goed opletten of  je er niet  op achteruit gaat in de dekkingsvoorwaarden.  Steeds meer bedrijfsverzekeringen zijn tegenwoordig na de contractsduur(vaak looptijd van een jaar) maandelijks opzegbaar.

 

2-Verhoging premies door verzekeraars.

Steeds meer verzekeraars komen er achter dat de ontvangen premies en schade-uitkeringen niet meer met elkaar in verhouding zijn. De schadelast neemt toe en de premie-inkomsten blijven achter. De tendens is dat  verzekeraars premieverhogingen gaan doorvoeren.

 

3-Afspraken met adviseur

Het is vooral belangrijk om goede afspraken te maken met de adviseur. Een mogelijkheid tot besparing is om de adviseur niet op provisie maar op ’fee’-basis te laten werken.Afrekenen gebeurt dan op basis van een urendeclaratie of een vaste vergoeding.

 

 

 

 

 

Hoe kan ik mijn omzet betaald krijgen? Kredietverzekering?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom slaat de traditionele kredietverzekering niet aan bij het MKB?

Uit onderzoek blijkt dat een traditionele kredietverzekering  door het Midden en Klein Bedrijf vaak wordt gezien als te ingewikkeld. Het is een moeilijk product met veel dekkingsvoorwaarden, vergt veel administratie en is teveel gedoe.

Bovendien kunnen vorderingen op bedrijven met een slechte kredietwaardigheid niet verzekerd  worden.

Zijn er dan geen geschikte verzekeringsoplossingen meer?  Jawel. Lees meer

Goederentransportverzekering

Gemiddeld nog geen 20% van de ondernemers heeft een goederentransportverzekering. Waarom eigenlijk?  Niet nodig? Geen idee? Mijn transporteur heeft het wel verzekerd?

Toch zijn er meer dan genoeg redenenen om wel een verzekering voor goederentransport te hebben, tenzij u wel antwoord heeft op onderstaande aandachtspunten:

– Wie loopt risico voor de inkomende goederen (leverancier of u)?

– Wie loopt risico voor de uitgaande goederen (afnemer of u)?

– Weet u waarvoor de betrokken vervoerder(s) wel / niet aansprakelijk zijn?

– Weet u hoe groot de (financiële) schade is als er iets mis gaat tijdens transport?

– Weet u hoe groot de gevolgschade is (winstderving) als er iets mis gaat tijdens het transport?

– Weet u wat u moet doen als er zich een transportschade voordoet?

 

Incoterms

Voor wat betreft de risico verdeling tussen leveranciers / afnemers en u hangt dit ondermeer af van de contractueel overeengekomen incoterms .  Incoterms zijn standaard internationale afspraken over het transport van goederen. Met  incoterms wordt afgesproken: wie  er zorgt voor transportverzekeringen, vergunningen, machtigingen en andere formaliteiten; wie  het transport verzorgt en tot waar; wanneer risico’s en kosten van de levering over gaan van de verkoper naar de koper. Dus afspraken over:
wie doet wat, de kosten en de overgang van het risico. Zie voor verdere uitleg deze video:

 

Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de ingeschakelde vervoerders kan sterk variëren afhankelijk van de aard van het vervoer, is het wegvervoer,  en dan binnenlands of grens overschrijdend, of  gaat het om zeevervoer of luchtvervoer of een combinatie van de verschillende vervoersvormen. In alle gevallen is er sprake van beperkte aansprakelijkheid en soms in het geheel geen aansprakelijkheid van de vervoerder voor schade aan de goederen tijdens transport. Reden genoeg om het nut en noodzaak van een goederen transport verzekering te onderzoeken.

Het aansprakelijk stellen van de betreffende vervoerder lijkt eenvoudiger dan het is. De vraag is, waar in het transport is de schade ontstaan?  Kunt u wel altijd de feitelijke vervoerder c.q. schadeveroorzaker achterhalen? Is bij schade deze vervoerder aansprakelijk? Veelal zal de betreffende vervoerder (eerst) vervoerders overmacht aanhalen, kortom een juridische procedure wordt het bijna altijd. Als de vervoerder al aansprakelijk is dan is de aansprakelijkheid altijd beperkt tot een bepaald bedrag per kilogram goed. En wordt u dus op z’n best gedeeltelijk schadeloos gesteld.

 

Dus

De gevolgen van een transport schade kunnen verstrekkend zijn. Naast de feitelijke schade loopt u wellicht ook een stuk winst mis welke gemaakt had kunnen worden met de betreffende goederen.

Dit alles kan een stuk makkelijker door de goederen waarvoor u het risico loopt te verzekeren tijdens transport. Eerst dient het transport risico dat u zelf loopt goed in kaart gebracht te worden, zodat  alleen dat deel verzekert wordt waarvoor u daadwerkelijk risico loopt en waarvan de omvang van een eventuele schade groter is dan die u zelf kunt of wilt dragen.

Met een goederen transport verzekering heeft u in geval van schade niet te maken met aansprakelijkheids procedures. U hoeft alleen maar de schade te melden bij de verzekeraar, die zorgt vervolgens voor een expertise rapport en wikkelen de schade af onder aftrek van een eventueel eigen risico  inclusief meeverzekerde bestanddelen zoals imaginaire winst, vrachtkosten en invoerrechten en averij grosse.

Een transportverzekering dekt van pakhuis tot pakhuis,  inclusief laden en lossen en  eventueel tussentijds verblijf en overslag. Van toepassing is veelal een All risk dekking, d.w.z. alle verliezen van en materiële schade aan de verzekerde zaken, onverschillig door welke oorzaak ontstaan.  Uitgesloten is schade door eigen gebrek/bederf, opzet , molest(oorlog/staken) en de gevolgschade.

 

Werkmateriaalverzekering

Een werkmateriaalverzekering beschermt het voortbestaan van uw onderneming.

Een graafmachine die een ondergrondse kabel raakt (materiële schade) waardoor de fabriek stilvalt (immateriële schade). Een werknemer die met de heftruck de loods uitrijdt en daarbij een collega over het hoofd ziet met als gevolg forse letselschade. Of een hijskraan die bovenop een pand in aanbouw valt door het wegzakken van een stempelpoot. Een goede verzekering, helemaal afgestemd op dit soort risico’s, is dan heel belangrijk. Een werkmaterieelverzekering  beschermt u tegen onvoorziene kosten door schade.

Je kunt zelf bepalen hoe compleet eenwerkmateriaalverzekering moet zijn. Er is  veelal keuze uit vier dekkingen.

 

Dekking Aansprakelijkheid 

Dekt de aansprakelijkheid voor schade met of door het verzekerde object aan personen en/of goederen. De dekking voor aansprakelijkheid op de Werkmaterieelpolis bestaat uit het verkeersrisico en het werkrisico:

  • Het verkeersrisico dekt de aansprakelijkheid door deelname aan het verkeer
  • Het werkrisico dekt de aansprakelijkheid voor schade toegebracht tijdens werkzaamheden

NB:

Voor alle voertuigen/objecten die zich zelfstandig mechanisch/motorisch kunnen voortbewegen geldt een verzekeringsplicht volgens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen(WAM). Dus zitmaaiers, elektrische pallettrucks, kooi- apen, moffets en andere meeneemheftrucks, golfwagentjes, heftrucks etc. dienen voor de WAM verzekerd te zijn.  Iedereen is zich wel bewust dat een dergelijke verzekering voor auto, motor, bromfiets,vaartuig, tractor en dergelijke afgesloten dient te worden maar vaak wordt dit bij dergelijk werkmateriaal vergeten.

Schade aan eigen zaken

Bij dekking voor aansprakelijkheid is schade aan eigen zaken meeverzekerd voor een vast bedrag. Bijvoorbeeld voor € 100.000,-. Deze dekking komt bovenop het verzekerd bedrag aansprakelijkheid.

 

Vervangend object

Wordt uw eigen materiaal tijdens reparatie of revisie vervangen door een niet eigenaar toebehorend gelijkwaardig object?. Dan geldt de dekking aansprakelijkheid ook voor dit vervangende object. Dit is alleen van toepassing als de aansprakelijkheid niet onder een andere verzkering is gedekt.

 

Casco Dekking.

De cascodekking dekt beschadiging en verlies van:

  • Het verzekerde object
  • De tot de standaarduitrusting van het verzekerde object behorende accessoires
  • Niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires die aan of in het verzekerd object zijn bevestigd, tot een bedrag van € 500,- per gebeurtenis
  • Niet tot de standaard uitrusting behorende accessoires die de veiligheid bevorderen, tot een bedrag van € 500,- per gebeurtenis
  • Verder valt onder de cascodekking: de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en vervoer naar de dichtstbijzijnde reparateur, tot het voor casco verzekerde bedrag

ZZP steeds beter beschermd. Noodzaak verzekeringen blijft groot.

De rechtspositie van de zzp’er wordt steeds beter. Als je nu denkt dat je al je verzekeringen de deur uit kunt doen, heb je het mis. De noodzaak om je als zelfstandige goed te verzekeren blijft groot.
Sinds 1 juli 2012 moeten ondernemers ingehuurde zzp’ers dezelfde bescherming  bieden tegen arbeidsrisico’s op de werkplaats als medewerkers in loondienst. Daarnaast ligt er een uitspraak van de Hoge Raad die een opdrachtgever aansprakelijk heeft gesteld voor de invaliditeit van een zzp’er.
Goed verzekeren
Ondanks de betere bescherming, ben je als zelfstandige nog gewoon een ondernemer die zelf verantwoordelijk is voor de risico’s die bij het ondernemerschap horen. Zoals aansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid en inkomensderving. Het feit dat ondernemers die jou inhuren jou op de werkvloer per 1 juli 2012 dezelfde bescherming moeten bieden tegen arbeidsrisico’s als hun vaste werknemers, verandert hier niets aan. Als je namelijk dezelfde bescherming krijgt en schade veroorzaakt, ben je hier zelf voor verantwoordelijk.
Ook een uitspraak van de Hoge Raad in maart 2012 is weliswaar een stevig signaal aan werkgevers om hun zzp’ers goed te beschermen, maar kan niet worden gezien als een ultieme garantie voor de zelfstandige. De Hoge Raad stelde in een zaak waarbij een zelfstandige, zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering, een been verloor na een ongeval op een bouwplaats, de opdrachtgever verantwoordelijk voor de schade. Hiervoor heeft de zelfstandige wel zeven jaar moeten procederen. Als je dus niet goed verzekerd bent, kan het jaren duren om je gelijk te halen en heb je ondertussen nergens recht op. Het is en blijft dus belangrijk om je als zzp’er goed te verzekeren. De gedachte dat zzp’ers en werknemers door de nieuwe arboregels en de uitspraak van de Hoge Raad juridisch gelijk zijn, is onjuist en verraderlijk.
De belangrijkste verzekeringen die je als zzp’er zou moeten hebben zijn:
·        Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven
·        Beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven
·        Arbeidsongeschiktheidsverzekering
·        Rechtsbijstandsverzekering

Gevolgen werkgever

Als werkgever ben je dus verplicht om op de werkvloer zzp’ers en je eigen medewerkers dezelfde bescherming te bieden. Het dringende advies is om je hieraan te houden. Als je namelijk aansprakelijk wordt gesteld voor een ongeluk met een zzp’er kan je dit veel geld kosten. Neem je de regels in acht, hoef je niet bang te zijn om met zzp’ers te werken aangezien zij als ondernemer zelf verantwoordelijk zijn voor de risico’s die zij lopen. Als het goed is heb je als ondernemer al een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Check bij je verzekeraar wat er in de polisvoorwaarden staat over zzp’ers. Bij sommige verzekeraars zijn zzp’ers namelijk al meeverzekerd, terwijl andere deze expliciet uitsluiten. Hiermee voorkom je nare verassingen als je met een bedrijfsongeval geconfronteerd wordt.